Multicultureel
zangkoor IntervOcaal |
Optredens
›› |
Reisverslag Indonesië tournee 2009 | |
Zondag
12 juli door Annie Makkink Bij aankomst in in Suarabaya staat Pak Alam ons op te wachten, hij is de man van Ibu Siti één van de mensen uit het wiskunde circuit waar ik al jaren mee samenwerk. Na een reis van bijna 24 uur (van huis tot hotel) is het heerlijk om weer een vertrouwd gezicht te zien. Het is al donker, we gaan meteen door naar ons hotel, drinken nog een Bir Bintang en dan willen we nog maar één ding: lekker languit slapen in een king size bed. De volgende dag gaan we de stad verkennen, ons hotel staat naast het Darmo ziekenhuis, gebouwd in de Nederlandse tijd en nog helemaal intact. Eerst te voet, maar dat geven we al snel op: het is te warm, te druk, bovendien is er meestal geen trottoir, voor je het weet val je in een gat en kom je in het riool terecht. Dat maar liever niet. We vervelen ons geen moment, er is genoeg te zien:
een vader met twee kindjes op de fiets: één voorop, één
achterop, de beentje wijd anders komen die tussen de spaken. Bij het
verkeerslicht glipt een jongentje van een jaar of zeven tussen de auto’s
door om kranten te verkopen. Een bromfiets vervoert vijf personen, voor
op de benzinetank een klein meisje, een flesje melk bungelt in haar
mond, dan de vader, de moeder in amazonezit met een baby in de slendang
en daar tussenin, helemaal platgedrukt een jongen van een jaar of zes.
Je gelooft je ogen niet. Langs de weg af en toe Nederlandse woorden, zoals:
knalpot, spanduk. Soms is de afkomst nauwelijks te achterhalen, zoals
bij het opschrift ‘permak’, dat staat voor ‘vermaken’,
d.w.z. ‘kleermaker’ betekent. Het mooiste woord is toch
wel ‘toples’. ‘Di warung ada bayak toples’:
in het kraampje staan veel ‘toples’. Helaas, dat valt tegen,
in de warung is geen topless te bekennen. Of toch wel? Surabaya is een, min of meer het Rotterdam
van Indonesië , ook een havenstad waar gewerkt moet worden. In
de oude wijken staan nog veel gebouwen uit de koloniale tijd. De sfeer
van tempo doeloe is nog duidelijk aanwezig. |
|
ontvangst
hotel |
sigarettenfabriek |
Aan
het werk door Annie Makkink Om 9 uur komt Pak Yoyok ons ophalen, we vertrekken naar de universiteit. Om 10 uur starten de workshops, dan zijn de meeste studenten terug van hun praktijkstage op de basisschool. muzieklessen. Gisteravond bij het zwembad, hebben we het programma doorgesproken, (1418) dat is niet zo eenvoudig, het niveau van de deelnemers verschilt nogal. De ene helft studeert aan de PGSD (Pabo) , dat zijn veelal amateurs, en de andere helft is afkomstig van de muziekfaculteit, dat worden de professionals. De universiteit ligt aan de rand van de stad, vlakbij de sawah’s ,met in de verte de oprukkende woontorens van de stad. (1456). Hier zal het moeten gebeuren, we hebben er zin in . (1955) Buiten, voor de deur van de lesruimte ligt een verzameling teenslippers, gympen en ander schoeisel, binnen klinkt een opgewonden geklater van stemmen. De opening is informeel: pak Yoyok spreekt de studenten toe, Annie introduceert de groep ‘wereldberoemd in Enschede’. Een luid gejuich klinkt. Daarna stellen Diet, Frank, Thea en Antoon zich voor. Met muziek natuurlijk: Diet laat de groep zingen, Frank laat horen hoe je (school) liedjes op de piano kunt begeleiden en componeert ter plekke een vierstemmige vocale etude, Thea geeft een demonstratie, Antoon laat horen wat je met een kist (cajun) kunt doen en samen spelen ze een stuk voor gtaar en percussie. En dan een klaterend applaus. We beginnen met de hele groep: ontspanningsoefeningen,
stemvorming, ademhalingtechnieken en dan samen zingen: Opvallend dat geen van de meisjes een hoofddoek
draagt. De PGSD studenten zijn voornamelijk afkomstig uit Oost Nusatenggara:
(Bali), Lombok, Sumba, Sumbawa , Flores, Timor , en nog zo’n 500
andere kleine eilandjes, zoals Roti en Komodo. Het is één
van de armste gebieden van Indonesië. ’s Middags wordt er in groepen gewerkt: piano,
gitaar, percussie en zang. (1431, 1494, 1451) ’s Avonds gaan we eten met Wim(?) die voor
zijn werk ook in Surabaya zit en zijn zakelijke relaties. We gaan naar
Citraland, een nieuwe wijk bij Surabaya, ruim opgezet met winkels, restaurants,
woonhuizen en luxe villa’s in Griekse en Romeinse stijl. Strakke
groene gazons met sprinklerinstallaties, eigen scholen , een golfterrrein
, zwembad enz. Opvallend is dat Pak Harry, de baas van Wim, voortreffelijk
Nederlands preekt, hij vertelt dat bij hem thuis nog steeds Nederlands
wordt gesproken! |
|
Wat
is het verschil tussen folk en country? door Thea van der Meer Het is nu dinsdag 18.00 uur, we komen net uit het zwembad van het hotel na een dag gewerkt te hebben met studenten van de universiteit. We hadden een lange maar voorspoedige reis en kwamen zondagavond om 18.00 uur hier in Surabaya aan. We werden van het vliegtuig afgehaald en naar het Mercure hotel gebracht. Behoorlijk luxe voor onze begrippen. Het is een gigantisch drukke stad met 3 miljoen inwoners. Je ziet de meest extreme rijkdom naast de grootst denkbare armoe. De mensen kijken je open aan en lachen eens vriendelijk naar je. Als je stilstaat , word je meteen door iemand aangesproken die zijn Engels wil oefenen. Heel leuke gesprekjes soms. Je doet hier niets te voet. We hebben het geprobeerd, maar het is geen doen. Te warm, te ver en te druk. Dus zitten we decadent vanuit de auto te fotograferen. Maandag hadden we een bijkomdag waarop we even de stad in gegaan zijn en al mooie gebouwen uit de oude Hollandse tijd gezien hebben, waaronder het grote postkantoor. Surabaya is een echte werkstad/ havenstad, het Rotterdam van Indonesië denk ik. We waren ook in een kretekfabriek gebouwd als zodanig in 1913 in Art Decostijl door een Chinees en nog steeds in bedrijf. Er werken voornamelijk vrouwen, die kunnen namelijk werken en kletsen tegelijk. Mannen schijnen dat niet te kunnen. Wij konden ze aan het werk zien. Allemaal in een kleurig uniform met honderden tegelijk. Het was net alsof je in '1984'van George Orwell rondliep, zo'n sfeertje. Vandaag werden we door Pak Yoyok opgehaald en naar de Universiteit gereden. Er waren zo'n vijftig studenten bij elkaar. Wij werden voorgesteld aan de hele groep, introduceerden onszelf door iets te vertellen en meteen iets muzikaals met de groep te doen. Een canon zingen bijvoorbeeld. Antoon deed een ritme voor en de studenten deden mee. Franken ik lieten horen hoe je een lied kunt begeleiden op een eenvoudige manier met daarna voorbeelden hoe je dat mooier kunt maken met fraaiere akkoorden en dergelijke. Ze zongen zeer goed, maar zijn zich daar niet van bewust. Alles wat Diet voorzong deden ze foutloos en uit volle borst na. Na de lunch met instrument aan het werk. Ik had een groep van tien jongelui die met de gitaar wilden werken. Ze hadden geen instrument bij zich, dat was lastig. Wat laat je ze dan doen? We hadden twee gitaren tot onze beschikking, die gingen van hand tot hand. Ze speelden wat voor, zodat ik een indruk kreeg van het niveau. Dit liep zeer uiteen. Twee meisjes speelden aardig klassiek en vroegen om 'Asturias' en 'Recuerdos de la Alhambra'. Die heb ik min of meer voorgespeeld. Dat zijn best moeilijke Spaans klassieke gitaarstukken. Zweten...! Daarna heb ik een Spaans rumba-ritme met een akkoordenschema voorgedaan. Sommige probeerden dit na te spelen. Ik heb het opgeschreven zodat we het morgen, wanneer ze hopelijk wel een gitaar bij zich hebben, kunnen spelen. Een bluesschema wilden ze ook. Er waren veel vragen. Bijvoorbeeld wat het verschil is tussen folk en country. Leuk als je dat even kunt laten horen. Opmerkelijk hoe er interesse bleek te zijn in Engelstalige muziek. Voor Antoon was het ook lastig te werken met zeer verschillende niveaus. Maar er komt wel wat uit. Ze zijn zeer enthousiast en open en vrolijk. Heerlijke mensen. |
|
Fenna
en de OAD door Diet Gerritsen Noa veer joar wearken bie de soap dach ik noe wort's tied veur wat aans. La'k mer's noar Indonesië goan met 'n paar kammeroa. ‘n Betke wearken en 'n betke plezeer maken. 'n Betke zingen en daansen met de leu dat geet nog wa mer vakaansie hoaln da's nen heeln kunst. Dreks noa 't weark in Surabaya gungen wie vort, mooi 'n stoeren auto regeld allns dik veur mekaar. Noa vief kilometer was de waag a kapot en wie wieter met nen lokale bus. Ze hangt d'r met de benen oet en mangs komt d'r wat binnen vleegn veur 'n stukske muzeek of um wat snaaierieje te verkopen, mer dee leu vleegt d'r zo weer oet. Ie wordt hier biekaans op stroat smetten aj d'r weer oet wilt.wie konn bliem zitten töt hotel Bromo. Jammer, t' hotel was kats vol. D'r noast ko'j ok wa sloapn zearn ze, och en op 'n kakkerlak meer of meender kiekt wie nich. Wasken doo'j gewoon met 'n plens water oet de mandi noa a'j 't een en 't aander gewoon vort hebt loaten loopn. Noa twee uur sloap ha'w a wier 'n ofsproaakje. Wie mussen en zolln de zoonsopgang bie de Bromo zeen. Met 'n bus woar ne popgroep oet de joarn 70 stinkend jaloers op zoll wean, gungen wie al stuiterend nen barg op, nich allenig oonzn Antoon van 2 meter mer ok ik stootn störig mien kop. Op 'n top stunnnen ze a kloar met iesmutsen, ze wet wa hoo of ze hier zaken könt doon. Eerst keken wie kats de verkeerde kaant op mer in enen worddn 't lech zo mooi! Zo zo'j 't oe daags wensen. Met 't heavy metal buske weer daal en doar stunnen wie in nen landschop zo zwart en dreug as sinterkloas zien gat. Leu op snelle peerde brachen de woaghalzen ( Annie en ikke) noar boam, noar de top van de vulkaan. Frank nam de benewaag en was heel wat rapper as oons. Dat zee'j toch ok nich alledaag, 't binnenste van oonze eerde. Wie zolln d'r bleumkes in gooin, mer ‘t leek mie better zo'n vulkaan mer gewoon met röst te loatn. Deur 't prachtige laanskap stuiterden wie de berg wier of. Bie oons logement zear oonzen gids dat e 'n 'Alles prima' tour veur oons regeld had um noar Bali te goan. Met airco , toilet, ligsteule en wet ik wat nich allemoal meer. (Wie haddn 't konnen wetten noa den trip van ' n nacht.) De eerste bus begaf 't, 'nen tweeden kon an drukt worden en toen mussen wie oawer stappen en noch's oawer stappen en wochen en wochen en toen wier in zonn lokalen bus. Noa vier uur veurn mer 's vroagt woar of e hen gung. Hie gung noar oonze bestemming mer met 'n omweg van zo'n 7 uur. Wie hann 't hemoal had, ze konn oons bikaans bie mekaar veagen en veur 'nen oaver steek noar Bali bie' w oetstapt en hebt 'n hotelleke zocht. ( Leve de Lonely planet.) Doar haddn ze de lekkerst kelappa muda dee'j oe veur kunt stelln. 'k Had d'r noch nooit eene had, mer toch! Veur 't eerst he' k sloapn as 'n reuske, zoonder geroas van de stroat en zoonder gesoes van 'n airco. Veur 't eerst wakker deur 't geluud van de vöggelkes. Zo wo'kt geerne hebbn in miene vekaansie. Mer ja, wie wolln en zolln wieder noar Bali. BUS VAN DE OAD Bie 't ontbijt zear ik, ik goa wa wier met op pad, mer allenig as 't met ne bus van de Oad is. Eerst toch mer wier in nen angkot stapt, loopn bie disse hitte is ok gin pretje. Wie kwamen bie de ferrie en joa heur, wat gung as eerste an dek: NEN BUS VAN DE OAD. Ik dach dit mut 'n teken wean en noe stuur ik Fenna d'r op of; dee wet van anpakken en dee kuiert Twents. ‘t Bleken Belgen te wean dee gin Twents spraken, vakbondsleu dee de Indonesiers wat vakbonds taal bie zolln brengen. Ok vekaansie wearkers net as wie'j. ze hadden gin plaats veur oons mer 'n chauffeur hef oons hölpen contact te leggn met nen ennigen aandern bus op dissen boot, dee goddaank noar oonzn bestemming Denpassar veurn zoll. "n betke geluk in 'n tuk köj hier wa broekn. Oonzn Ibu Annie Keuper hef noa heel wat soebatten plaatsn regelt, 'n mooin pries bedongen en profiteurs van zich of schud. Doar zaten wie eindelijk. Alles Prima!! Wat 'n mooien tocht dissen tocht deur 't prachtige Balinese landschop. Noe he'k 'n huuske van bamboe met 'n kokospalm veur de deure. 't ennige woar aj veur oet mut kiekn is dat 'r ginne kelapper op oew kop pleart. wieders 'n betke snorkelen, onmeunig lekker eatn en mooie dinger zeen. An de scene wisselingen dee'j hier met maakt kan z'olfs Johan Nijenhuis nich tippn. Goodgoan en heb net zo völle wille as wiej hier met mekaar hebt . P.S. Een Twentse taalcoach is het enige wat hier ontbreekt, misschien kun jij er een aan de veren krijgen, hartelijke groet, Diet Gerritsen |
|
Volle
maan op Bali door Annie Makkink Even een berichtje vanuit een warnet (warung internet) in candi dasa , oost bali., de rest slaapt nog, We zitten hier in een bamboehuisje aan zee. Straks gaan we varen met een prauw en een beetje snorkelen, Lekker uitrusten na een interessante tocht vol hindernissen over java. daarover later. Er staan nauwelijks letters op dit toetsenbord en blind typen is niet mijn sterkste kant, dus dat schiet niet op. De aanslagen in Jakarta hebben veel mensen de schrik op het lijf gejaagd, ik herinner me de soortgelijke gebeurtenissen van enkele jaren geleden nog goed. Ook die waren in Kuningan, vlak bij de NL ambassade. Ik ben blij dat we snel weggingen uit Legian, Zuid/West Bali..s Avonds liepen we nog langs het monument in Kuta met de namen van de slachtoffers van de aanslag in de discotheek (2002) Als de mensen n de gaten hebben dat ik Indonesisch spreek. beginnen ze er meteen over. Men had een uittocht van toeristen verwacht , maar niets daarvan, het strand bij Kuta is bomvol, kennelijk maakt niemand zich ergens druk over. Vandaag volle maan de kinderen hier gaan feestelijk gekleed naar school, ook de beide danseresjes die gisteren optraden in het restaurantje waar we aten; de kinderen van de kok. |
|
Nieuws
uit Salatiga door Annie Makkink We zijn weer terug op Java en druk aan het werk. Een masterclass ‘paduan suara’ (zang) voor Elvira, ze komt uit Poso op Midden Sulawesi en heeft een prachtige warme stem. Diet, onze eigen Elisabeth Blondkopf, complimenteert haar met haar zangtechniek: “Die is bijna perfect, maar er moet meer expressie in. Er is verschil tussen een ingetogen gebed en een uitbarsting van woede, dat moet je laten horen en zien. Het publiek moet geraakt worden.’ Diet doet het voor, Elvira zingt opnieuw, vol overgave en nu lopen de rillingen over onze rug. Ook bij Frank (piano) wordt hard gewerkt: ‘Speel met gevoel, geef vorm aan ‘het verhaal’. Antoon laat drummers ervaren op hoeveel verschillende manieren er gedrumd kan worden en ook bij Thea is alleen noten spelen niet genoeg. Sinds gisteren (27 juli) zitten we in Salatiga, een kleine provinciestad tussen de vulkanen op Midden Java op uitnodiging van de christelijke universiteit: Satya Wacana. .Na een relaxed verblijf op Bali moet er weer gewerkt worden: workshops, masterclasses én een afsluitend optreden. De reis hier naartoe is supersnel verlopen: vertrek van Denpasar om12.00. Aankomst in Yogyakarta 12.10. Aanmerkelijk korter dan de heenreis, waarover Diet (Fenna) en Thea eerder al schreven. Dat was een tocht vol hindernissen: de travel (huurauto) vanuit Surabaya begaf het, dus verder per bus en ondanks de belofte ‘Alles prima’, betekende dat: veel overstappen, geen airco en stoppen bij elke waringinboom. Bij de ferry waren we total loss en namen een hotel, waarbij Diet verzuchtte: ‘ Morgen stap ik alleen nog in een bus als er OAD op staat.’ De volgende dag op het dek van de ferry Java -
Bali zakken onze monden open van verbazing: beneden ons rijdt een levensechte
OAD bus de veerboot op. Vastberaden stapt ‘Fenna’ er op
af. Helaas de bus is vol, bovendien gaat hij de andere kant op. Maar
het geluk is deze keer met ons, er komt nog een airco bus, met zowaar
vijf vrije plaatsen. Aan het eind van de middag zitten we in ons hotel
aan zee. In Yogya staat Ibu Medi van de universiteit in Salatiga ons met een busje op te wachten. Het wordt een prachtige tocht langs de vulkanen Merapi en Merbabu . Ergens hoog in de bergen komen we langs een dorpsfeest (dit is een goed geplande reis!) De gamelan klinkt en er wordt gedanst door mannen met een zwart masker en een hoofdtooi als van indianen. ‘Topeng Hitam’ . We kijken onze ogen uit. Dit is wel heel anders dan de verfijnde Balinese dansen, met die keiharde muziek heeft het meer weg van een ouderwetse Twentse bruiloft. Volks, vrolijk, vitaal. Vorige week waanden we ons ook al in Twente, onderweg van Candi Dasa op Oost Bali naar Ubud kwamen we langs een bedrijfje waar ikat wordt geweven. In een halfduistere ruimte zat een tiental meisjes en jonge vrouwen achter houten weefgetouwen, zoals je die lang, heel lang geleden in Twentse boerderijen zag. Schering en inslag, de spoelen schieten heen en weer. Een telefoontje van Thea, of ik beneden wil komen , Frank oefent met het koor en heeft wat vertaalhulp nodig. Als ik de trap afloop hoor ik hen zingen:‘Heftantattat! Heftantattat! Heftantattaaaat!’ Vierstemmig en haarzuiver, Willem Wilmink zou er trots op zijn. |
|
De
vier B’s door Annie Makkink Indonesië is bij toeristen vooral bekend om zijn vier B’s: Bali, Bromo, Borubudur, Bom. Een cynisch grapje, daar zijn ze hier over het algemeen nogal snel mee. Tussen de middag komt de rector van de universiteit met ons eten, een beminnelijke man. Hij vertelt dat Salatiga ook een doelwit is van mogelijke aanslagen, dit vanwege de internationale school en de christelijke universiteit. Ook hijzelf staat (stond) op de lijst die door de politie werd onderschept.. Het zijn drukke dagen. Thea, Antoon en Diet zijn
al aan het het repeteren voor het gezamenlijke optreden op vrijdagavond,
dat moet een visitekaartje voor de universiteit worden. En voor ons!
Tussendoor zijn er masterclasses voor veelbelovende studenten, ze hebben
al wekenlang serieus geoefend om zo goed mogelijk voor de dag te komen. Deze pantun is afkomstig uit een boekje dat ik
ooit aan Jan Gerritsen, de vader van Diet, gaf. Zo valt alles weer op
zijn plek. ‘Waar heb je dit geleerd? ‘vraagt Frank.
‘Veel lezen over muziek en veel luisteren naar muziek,’
luidt het antwoord. ‘Ik ben otodidak.’ Vrijdagavond is het zover: het grote optreden in
het auditorium op de campus. Bij de ingang van het terrein hangt een
enorm spaandoek en verder overal op de campus, in kerken en toko’s
posters met de Nederlandse artiesten: Antoon, Thea, Diet en Frank. Jammer
dat bij de naam Thea een foto van mij staat. Volgens de anderen moest
ik dan ook de workshops gitaar maar geven, voor straf, ik had de gegevens
verkeerd door gegeven. Toch mar niet. Optreden In de bergen |
|
Foto's
van de masterclasses in Salatiga |
|
Budi,
ga door met voetballen! door Annie Makkink De laatste week van ons verblijf, we zijn op weg naar Yogyakarta, het centrum van de Javaanse cultuur. Als we de stad binnen rijden zie ik over de volle breedte van de rijbaan een spandoek met de tekst: ‘Budi teruslah bermain bola’. Budi, ga door met voetballen? Is het reclame? Waarvoor? Waar zou dit over gaan? Pak Muji, onze chauffeur, weet het me haarfijn uit te leggen. In de aanloop naar de wedstrijd van Manchester United tegen de topspelers van Indonesië was er een campagne op TV met een scene waarbij de Manchester Unitedspelers taalles kregen van een knappe Indonesische lerares met de zin: "Budi main bola" . Budi speelt voetbal. Budi is een jongensnaam en betekent: verstand, inzicht. Vanwege de bomaanslag in Jakarta (17 juli) werd de geplande wedstrijd afgezegd, het was te riskant om met een groep bekende buitenlanders naar Jakarta te reizen. Een enorme teleurstelling voor de voetballiefhebbers hier. De tekst: ‘Budi teruslah bermain bola’ is hun dan ook uit het hart gegrepen: een duidelijke boodschap en mooi verpakt. Pak Muji lacht breeduit: Net als vrijwel alle Indonesiërs is hij geschokt door de recente zinloze wreedheid van een paar ontspoorde landgenoten. Als ik de uitleg van Pak Muji aan mijn reisgenoten doorgeef , beginnen Antoon’s ogen meteen te glinsteren. ‘Een geweldige tekst voor een rap,’ zegt hij. ‘En dan wat percussie erbij. Ik ben benieuwd of dat gaat lukken.’ Naar de universiteit, het gesprek verloopt totaal
anders dan in Salatiga. Daar was alles tot in de puntjes geregeld, hier
is nauwelijks iets voorbereid. Deelnemers zijn er genoeg maar het programma
moet nog helemaal opgestart worden. Voor Pak Pudji, een goedlachse drummer
en zanger is dat geen enkel probleem. Gelukkig is er geen openbare voorstelling
gepland, het afsluitende optreden is alleen toegankelijk voor mensen
van de universiteit. |
|
We
love you full door Annie Makkink Vrijdag 7 aug. Voor vertrek naar de universiteit kijk ik naar de beelden van de jacht op Noordin, de man achter de aanslag in hotel Mariott, op 500 m van de Nederlands Ambassade in Jakarta. Hij houdt zich verborgen in een huisje in Temanggun, zo’n anderhalf uur van Yogyakarta. Het komt allemaal wel heel dichtbij. Onderweg krijg ik een sms-je van Bu Kun: ‘Heb je naar TV gekeken? Het huis van Noordin staat op het land van mijn vader. Je kunt de sawah zien.’ Ik vraag: ‘Zijn je ouders veilig?’ Gelukkig wel, hun huis staat 6 km verderop. Even later weer een berichtje: ‘Ze zeggen dat Noordin dood is, maar waarschijnlijk is het iemand anders.’ Er wordt hier erg veel gesmst. Toen we in Yogya aankwamen was iedereen al volledig op de hoogte van het verloop van de workshops in Surabaya en Salatiga. Het is de moderne tam tam, iedereen doet er aan mee, ook mijn duim begint al aardig krom te staan. Nu eerst naar een ‘warung pigura’ ,
een lijstenwinkel. De deelnemende universiteiten krijgen als herinnering
een ‘druksel’ van Jan Gerritsen met een copie van Heftantattat
of een houtsnede en die moeten ingelijst worden. Aan de wand levensgrote
portretten en veel ingelijst borduurwerk: ‘kristik’ Vol
trots wijst de eigenaar naar een ingelijste kalenderplaat: ‘Pan
Gogh’. De workshops worden goed bezocht: zang, piano,
gitaar en percussie, elke groep telt 10 tot 15 deelnemers en meestal
is één van de eigen docenten ook aanwezig. Tijdens de presentatie speelt Frank haar compositie:
een verstilde, melancholische melodie. Ze is zichtbaar ontroerd, maar
weet haar tranen in bedwang te houden. Ik niet. Na afloop gaan we samen eten in een restaurant halverwege Klaten, met een bootje varen we over. Lesehan, we zitten op de grond. Het is reuze gezellig. We stoten de glazen tegen elkaar, kijken elkaar diep in de ogen en proosten op z’n Twents: ‘Ankiek’n’. |
|
Verre
Noabers door Annie Makkink De laatste dagen zitten we in Prawirotaman, een toeristenwijk in het zuiden van Yogyakarta en krijgen een echt vakantiegevoel. We gaan naar een voorstelling van de Ramayana bij de Hindoe tempels van Prambanan. Het complex is zwaar beschadigd tijdens de aardbeving van 2006. Enkele tempels zijn al gerestaureerd en weer toegankelijk voor publiek. Op en om het complex overal vervallen bouwwerken en eindeloze stapels stenen, er kan nog jaren gebouwd worden. Een paar jongelui spreken ons aan, ze willen Nederlandse leren. Dat is niet zo moeilijk: de eerste tien woorden leer je in een minuut: pinter, knalpot, handuk, spanduk, kalem, necis, nasi goreng, saté ayam, sambal ulek. Je schrijft het wat anders ( u=oe, i=ie, c = tj, j=dj), maar de uitspraak en de betekenis is hetzelfde. Verbaasd kijken ze ons aan. Nasi goreng in Nederland? Jazeker, maar niet zo lekker als hier! Mijn reisgenoten spreken ook al een aardig woordje Indonesisch. ‘Selamat sorry!’ roept Thea vrolijk als we door de kampong lopen en Antoon begroet ’s morgens de chauffeur met ‘Selamat tidur’ (slaap lekker) en ook dat is bijna goed. ‘Prima kassie!’zegt Frank en dat begrijpt iedereen, het klinkt als ‘Terima kasih’(dank je wel). Maar Diet spant toch wel de kroon, in de bus voert ze een geanimeerd gesprek met een vrouw die naar de pasar gaat: over blumkol, boncis, bortel en brokoli. Inmiddels is echtgenoot Jan, die op Sumatra een
klus had, ook in Yogyakarta aangekomen, midden in de nacht, bij volle
maan ga ik met Pak Muji naar het station om hem af te halen. Net een
film. Met Pak Wiji, leraar bouwkunde aan de STM en coördinator
van het project, gaan we op stap. Eigenlijk was het de bedoeling om
de noodwoningen te bekijken, die met steun van mijn reisgenoten en vele
Tubantialezers werden gebouwd, maar dat is lastig, ze staan nogal ver
uit elkaar, bovendien zijn de meesten inmiddels omgebouwd tot een definitieve
woning. (Zie ook: www.verrenoabers.nl) Op het speelplaatsje spelen kinderen, vooral het klimhuis is populair. Het werd gebouwd aan de hand van foto’s van het klimhuis van onze buren op de Spielehorst, alleen 1 ½ keer zo groot. ‘Domain’ staat er op het bord ‘main’ betekent spelen, dus dat komt mooi uit. Een aantal kinderen dromt om me heen, dit is het
moment. Wie kan alleen een liedje zingen? Na enige aarzeling stapt een
jongetje naar voren, zachtjes begint hij te zingen: Desaku yang ku cinta.
(Mijn dorp waar ik van hou en dat ik nooit zal vergeten) Voor ons vertrek komt Pak Yoyok uit Surabaya nog
even langs, hij volgt een cursus in Yogyakarta en spijbelt een paar
uurtjes om ons te kunnen ontmoeten. Er zijn plannen voor een vervolg,
met workshops voor de docenten van de muziekfaculteiten op Midden en
Oost Java: Yogyakarta, Surabaya, Semarang, Malang en Salatiga. Het curriculum
voor schoolmuziek moet meer inhoud krijgen: nieuw repertoire, zelf instrumenten
maken, eigentijdse muziek, combineren van traditionele muziek en pop.
En vooral een andere manier van lesgeven. Tijdens de terugreis blader ik wat in de Holland
Herald: ‘ Tips voor een geslaagde vakantie: |
|