Multicultureel zangkoor IntervOcaal
Reisverslag Indonesië tournee - 11 juli tot 12 augustus 2009

Optredens ››
Reisverslag Indonesië tournee 2009
Zondag 12 juli
door Annie Makkink

Bij aankomst in in Suarabaya staat Pak Alam ons op te wachten, hij is de man van Ibu Siti één van de mensen uit het wiskunde circuit waar ik al jaren mee samenwerk. Na een reis van bijna 24 uur (van huis tot hotel) is het heerlijk om weer een vertrouwd gezicht te zien. Het is al donker, we gaan meteen door naar ons hotel, drinken nog een Bir Bintang en dan willen we nog maar één ding: lekker languit slapen in een king size bed.

De volgende dag gaan we de stad verkennen, ons hotel staat naast het Darmo ziekenhuis, gebouwd in de Nederlandse tijd en nog helemaal intact. Eerst te voet, maar dat geven we al snel op: het is te warm, te druk, bovendien is er meestal geen trottoir, voor je het weet val je in een gat en kom je in het riool terecht. Dat maar liever niet.

We vervelen ons geen moment, er is genoeg te zien: een vader met twee kindjes op de fiets: één voorop, één achterop, de beentje wijd anders komen die tussen de spaken. Bij het verkeerslicht glipt een jongentje van een jaar of zeven tussen de auto’s door om kranten te verkopen. Een bromfiets vervoert vijf personen, voor op de benzinetank een klein meisje, een flesje melk bungelt in haar mond, dan de vader, de moeder in amazonezit met een baby in de slendang en daar tussenin, helemaal platgedrukt een jongen van een jaar of zes. Je gelooft je ogen niet.
Het verkeer lijkt chaotisch, toch gelden er bepaalde regels, af en toe wordt er even op de claxon gedrukt, maar geen spoor van agressie. Iedereen geeft de ander de ruimte, dat moet ook wel, vrijwel niemand is verzekerd. Bij een ongeluk betaalt de sterkste en meestal moet dus de automobilist voor de kosten opdraaien.

Langs de weg af en toe Nederlandse woorden, zoals: knalpot, spanduk. Soms is de afkomst nauwelijks te achterhalen, zoals bij het opschrift ‘permak’, dat staat voor ‘vermaken’, d.w.z. ‘kleermaker’ betekent. Het mooiste woord is toch wel ‘toples’. ‘Di warung ada bayak toples’: in het kraampje staan veel ‘toples’. Helaas, dat valt tegen, in de warung is geen topless te bekennen. Of toch wel?
Toples betekent ‘stopflessen’ en die staan er genoeg. Twee medeklinkers naast elkaar, dat past niet zo bij de Indonesische taal, de letter f wordt veelal als p uitgesproken en meervoudsvormen kent men niet. “Dus ‘ stopfles’ wordt: toples.

Surabaya is een, min of meer het Rotterdam van Indonesië , ook een havenstad waar gewerkt moet worden. In de oude wijken staan nog veel gebouwen uit de koloniale tijd. De sfeer van tempo doeloe is nog duidelijk aanwezig.
We nemen een kijkje in het House of Sampurna. Ooit, in de Nederlandse tijd was het een weeshuis, later woonde er een Chinese zakenman die achter het huis een sigarettenfabriek opzette. Het ruikt er naar kretek (kruidnagel) en van achter de hoge hekken klinkt een constant gezoem, alsof er duizenden bijen aan het werk zijn.
Het woonhuis is veranderd in een museum, met een restaurant en een galerie. Vanuit de bovenverdieping kijk je zo in de fabriekshal waar zo’n 300 vrouwen werken. De sigaretten worden met de hand gerold, tabak en stukjes kruidnagel. ‘Geen mannen,’zegt de rondleider, ‘die kunnen niet tegelijk werken en praten, bovendien zouden ze zelf de helft van de sigaretten oproken.’
In totaal werken hier 3000 vrouwen, achter deze hal is een nog een grotere hal, het gezoem is niet afkomstig van bijen , maar van de arbeidsters in de fabriek.. De vrouwen verdienen Rp 3.000.000 per maand, ongeveer € 150 .- ‘, ongeveer net zoveel als een leraar.
‘Een mooie locatie voor een opera,’zegt Diet. ‘Je zou hier zo ‘Carmen’ kunnen opvoeren. Of de Pathmosprinses.’.
’s Avonds worden we afgehaald door Pak Yoyok, onze gastheer in Surabaya, we eten samen in ‘Dapur desa’, de dorpskeuken. Het ijs is snel gebroken, wat wil je ook met deze temperaturen, we eten lekker, lachen veel, het is of we elkaar al jaren kennen. Morgen gaan we aan het werk, we hebben er zin in.

   
ontvangst hotel
sigarettenfabriek
   
   
   
Aan het werk
door Annie Makkink

Om 9 uur komt Pak Yoyok ons ophalen, we vertrekken naar de universiteit. Om 10 uur starten de workshops, dan zijn de meeste studenten terug van hun praktijkstage op de basisschool. muzieklessen.
Gisteravond bij het zwembad, hebben we het programma doorgesproken, (1418) dat is niet zo eenvoudig, het niveau van de deelnemers verschilt nogal. De ene helft studeert aan de PGSD (Pabo) , dat zijn veelal amateurs, en de andere helft is afkomstig van de muziekfaculteit, dat worden de professionals.
De universiteit ligt aan de rand van de stad, vlakbij de sawah’s ,met in de verte de oprukkende woontorens van de stad. (1456). Hier zal het moeten gebeuren, we hebben er zin in . (1955)
Buiten, voor de deur van de lesruimte ligt een verzameling teenslippers, gympen en ander schoeisel, binnen klinkt een opgewonden geklater van stemmen.
De opening is informeel: pak Yoyok spreekt de studenten toe, Annie introduceert de groep ‘wereldberoemd in Enschede’. Een luid gejuich klinkt. Daarna stellen Diet, Frank, Thea en Antoon zich voor. Met muziek natuurlijk: Diet laat de groep zingen, Frank laat horen hoe je (school) liedjes op de piano kunt begeleiden en componeert ter plekke een vierstemmige vocale etude, Thea geeft een demonstratie, Antoon laat horen wat je met een kist (cajun) kunt doen en samen spelen ze een stuk voor gtaar en percussie. En dan een klaterend applaus.

We beginnen met de hele groep: ontspanningsoefeningen, stemvorming, ademhalingtechnieken en dan samen zingen:
Canons, liedjes uit Afrika, Amerika, Indonesië . De ‘peace chant’ ,met de Arabische tekst:‘:Yassalam adunia’ klinkt bijna hetzelfde als in het Indonesisch: ‘Salam untuk dunia.’ (Vrede voor de wereld).
De stemgroepen zijn ongeveer even. Er komt een geweldige klank uit 50 jonge kelen, het enthousiasme knalt er uit. Wat kunnen deze jongelui zingen! Vol overgave en met prachtige stemmen, het lijkt alsof ze zich daar zelf niet van bewust zijn.
Wat vinden ze er zelf van? ‘Leuk! Alles is leuk, alles is anders dan we gewend zijn.’

Opvallend dat geen van de meisjes een hoofddoek draagt. De PGSD studenten zijn voornamelijk afkomstig uit Oost Nusatenggara: (Bali), Lombok, Sumba, Sumbawa , Flores, Timor , en nog zo’n 500 andere kleine eilandjes, zoals Roti en Komodo. Het is één van de armste gebieden van Indonesië.
Een groot deel van de deelnemers is ‘kristen’ of ‘katolik’ , die dragen dus geen hoofddoek. Bovendien is op het platteland is een hoofddoek niet zo gebruikelijk, het hoort meer bij de burgerij. Ze zien er niet veel anders uit dan Nederlandse studenten: Tshirt, bloesje, spijkerbroek., alleen lijken ze veel jonger.
Een 3de jaars student afkomstig van het eiland Komodo, waar je dus de komodovaraan tegen kunt komen, vertelt dat hij gedurende zijn studietijd nog niet terug naar huis geweest. ‘Te duur,’zegt hij lachend. ‘Zo’n reis kost 1 ½ miljoen Rupiah’.
Ongeveer € 100.-. Met enige gêne realiseer ik me dat ikzelf in die tijd minstens vijf keer de reis Nederland –Indonesië heb gemaakt.

’s Middags wordt er in groepen gewerkt: piano, gitaar, percussie en zang. (1431, 1494, 1451)
De deelnemers aan de slagwerk- en percussie groep van Antoon zijn eerst wat verlegen, niemand durft iets te laten zien, aan het eind van de ochtend zit er een totaal andere groep: actief,enthousiast en uiterst geconcentreerd.
Hetzelfde geldt voor piano en gitaar. Het valt ons op dat vrijwel alles uit het hoofd gespeeld wordt, de één zet in, de anderen volgen. Gitaar, kulintang (marimba), alles gaat ogenschijnlijk met hetzelfde gemak.

’s Avonds gaan we eten met Wim(?) die voor zijn werk ook in Surabaya zit en zijn zakelijke relaties. We gaan naar Citraland, een nieuwe wijk bij Surabaya, ruim opgezet met winkels, restaurants, woonhuizen en luxe villa’s in Griekse en Romeinse stijl. Strakke groene gazons met sprinklerinstallaties, eigen scholen , een golfterrrein , zwembad enz. Opvallend is dat Pak Harry, de baas van Wim, voortreffelijk Nederlands preekt, hij vertelt dat bij hem thuis nog steeds Nederlands wordt gesproken!
(1491)
De volgende dag gaan we verder, het is alsof we elkaar al jaren kennen. Het ijs is gebroken, dat kan ook niet anders bij deze temperaturen.
Pak Yoyok heeft nog een aantal gasten meegenomen, onder andere:de dirigente van het kerkkoor uit Malang en de organist van de kerk.
Aan het einde van de dag beginnen de studenten spontaan te zingen: Andaikan kau datang kembali (Als je terugkomt) Een lied vol weemoed en verlangen, sommigen hebben nu al tranen in hun ogen. Hoe zal het zijn als we echt afscheid nemen?
Gelukkig is het nog lang niet zo ver, we zijn we pas op de helft: morgen weer oefenen, overmorgen een gezamenlijk optreden en daarna?
Het wordt een hartroerend afscheid, dat is zeker.

   
   
   
   
Wat is het verschil tussen folk en country?
door Thea van der Meer

Het is nu dinsdag 18.00 uur, we komen net uit het zwembad van het hotel na een dag gewerkt te hebben met studenten van de universiteit.
We hadden een lange maar voorspoedige reis en kwamen zondagavond om 18.00 uur hier in Surabaya aan. We werden van het vliegtuig afgehaald en naar het Mercure hotel gebracht. Behoorlijk luxe voor onze begrippen. Het is een gigantisch drukke stad met 3 miljoen inwoners. Je ziet de meest extreme rijkdom naast de grootst denkbare armoe. De mensen kijken je open aan en lachen eens vriendelijk naar je. Als je stilstaat , word je meteen door iemand aangesproken die zijn Engels wil oefenen. Heel leuke gesprekjes soms. Je doet hier niets te voet. We hebben het geprobeerd, maar het is geen doen. Te warm, te ver en te druk. Dus zitten we decadent vanuit de auto te fotograferen.

Maandag hadden we een bijkomdag waarop we even de stad in gegaan zijn en al mooie gebouwen uit de oude Hollandse tijd gezien hebben, waaronder het grote postkantoor. Surabaya is een echte werkstad/ havenstad, het Rotterdam van Indonesië denk ik. We waren ook in een kretekfabriek gebouwd als zodanig in 1913 in Art Decostijl door een Chinees en nog steeds in bedrijf. Er werken voornamelijk vrouwen, die kunnen namelijk werken en kletsen tegelijk. Mannen schijnen dat niet te kunnen. Wij konden ze aan het werk zien. Allemaal in een kleurig uniform met honderden tegelijk. Het was net alsof je in '1984'van George Orwell rondliep, zo'n sfeertje.

Vandaag werden we door Pak Yoyok opgehaald en naar de Universiteit gereden. Er waren zo'n vijftig studenten bij elkaar. Wij werden voorgesteld aan de hele groep, introduceerden onszelf door iets te vertellen en meteen iets muzikaals met de groep te doen. Een canon zingen bijvoorbeeld. Antoon deed een ritme voor en de studenten deden mee. Franken ik lieten horen hoe je een lied kunt begeleiden op een eenvoudige manier met daarna voorbeelden hoe je dat mooier kunt maken met fraaiere akkoorden en dergelijke. Ze zongen zeer goed, maar zijn zich daar niet van bewust. Alles wat Diet voorzong deden ze foutloos en uit volle borst na.
Na de lunch met instrument aan het werk. Ik had een groep van tien jongelui die met de gitaar wilden werken. Ze hadden geen instrument bij zich, dat was lastig. Wat laat je ze dan doen? We hadden twee gitaren tot onze beschikking, die gingen van hand tot hand. Ze speelden wat voor, zodat ik een indruk kreeg van het niveau. Dit liep zeer uiteen. Twee meisjes speelden aardig klassiek en vroegen om 'Asturias' en 'Recuerdos de la Alhambra'. Die heb ik min of meer voorgespeeld. Dat zijn best moeilijke Spaans klassieke gitaarstukken. Zweten...! Daarna heb ik een Spaans rumba-ritme met een akkoordenschema voorgedaan. Sommige probeerden dit na te spelen. Ik heb het opgeschreven zodat we het morgen, wanneer ze hopelijk wel een gitaar bij zich hebben, kunnen spelen.
Een bluesschema wilden ze ook. Er waren veel vragen. Bijvoorbeeld wat het verschil is tussen folk en country. Leuk als je dat even kunt laten horen. Opmerkelijk hoe er interesse bleek te zijn in Engelstalige muziek. Voor Antoon was het ook lastig te werken met zeer verschillende niveaus. Maar er komt wel wat uit. Ze zijn zeer enthousiast en open en vrolijk. Heerlijke mensen.
   
 
   
   
   
Fenna en de OAD
door Diet Gerritsen

Noa veer joar wearken bie de soap dach ik noe wort's tied veur wat aans. La'k mer's noar Indonesië goan met 'n paar kammeroa. ‘n Betke wearken en 'n betke plezeer maken. 'n Betke zingen en daansen met de leu dat geet nog wa mer vakaansie hoaln da's nen heeln kunst.
Dreks noa 't weark in Surabaya gungen wie vort, mooi 'n stoeren auto regeld allns dik veur mekaar. Noa vief kilometer was de waag a kapot en wie wieter met nen lokale bus. Ze hangt d'r met de benen oet en mangs komt d'r wat binnen vleegn veur 'n stukske muzeek of um wat snaaierieje te verkopen, mer dee leu vleegt d'r zo weer oet. Ie wordt hier biekaans op stroat smetten aj d'r weer oet wilt.wie konn bliem zitten töt hotel Bromo.
Jammer, t' hotel was kats vol. D'r noast ko'j ok wa sloapn zearn ze, och en op 'n kakkerlak meer of meender kiekt wie nich. Wasken doo'j gewoon met 'n plens water oet de mandi noa a'j 't een en 't aander gewoon vort hebt loaten loopn. Noa twee uur sloap ha'w a wier 'n ofsproaakje. Wie mussen en zolln de zoonsopgang bie de Bromo zeen. Met 'n bus woar ne popgroep oet de joarn 70 stinkend jaloers op zoll wean, gungen wie al stuiterend nen barg op, nich allenig oonzn Antoon van 2 meter mer ok ik stootn störig mien kop. Op 'n top stunnnen ze a kloar met iesmutsen, ze wet wa hoo of ze hier zaken könt doon. Eerst keken wie kats de verkeerde kaant op mer in enen worddn 't lech zo mooi! Zo zo'j 't oe daags wensen. Met 't heavy metal buske weer daal en doar stunnen wie in nen landschop zo zwart en dreug as sinterkloas zien gat. Leu op snelle peerde brachen de woaghalzen ( Annie en ikke) noar boam, noar de top van de vulkaan. Frank nam de benewaag en was heel wat rapper as oons. Dat zee'j toch ok nich alledaag, 't binnenste van oonze eerde. Wie zolln d'r bleumkes in gooin, mer ‘t leek mie better zo'n vulkaan mer gewoon met röst te loatn.
Deur 't prachtige laanskap stuiterden wie de berg wier of. Bie oons logement zear oonzen gids dat e 'n 'Alles prima' tour veur oons regeld had um noar Bali te goan. Met airco , toilet, ligsteule en wet ik wat nich allemoal meer. (Wie haddn 't konnen wetten noa den trip van ' n nacht.) De eerste bus begaf 't, 'nen tweeden kon an drukt worden en toen mussen wie oawer stappen en noch's oawer stappen en wochen en wochen en toen wier in zonn lokalen bus. Noa vier uur veurn mer 's vroagt woar of e hen gung. Hie gung noar oonze bestemming mer met 'n omweg van zo'n 7 uur. Wie hann 't hemoal had, ze konn oons bikaans bie mekaar veagen en veur 'nen oaver steek noar Bali bie' w oetstapt en hebt 'n hotelleke zocht. ( Leve de Lonely planet.) Doar haddn ze de lekkerst kelappa muda dee'j oe veur kunt stelln. 'k Had d'r noch nooit eene had, mer toch! Veur 't eerst he' k sloapn as 'n reuske, zoonder geroas van de stroat en zoonder gesoes van 'n airco. Veur 't eerst wakker deur 't geluud van de vöggelkes. Zo wo'kt geerne hebbn in miene vekaansie. Mer ja, wie wolln en zolln wieder noar Bali.

BUS VAN DE OAD

Bie 't ontbijt zear ik, ik goa wa wier met op pad, mer allenig as 't met ne bus van de Oad is. Eerst toch mer wier in nen angkot stapt, loopn bie disse hitte is ok gin pretje. Wie kwamen bie de ferrie en joa heur, wat gung as eerste an dek: NEN BUS VAN DE OAD. Ik dach dit mut 'n teken wean en noe stuur ik Fenna d'r op of; dee wet van anpakken en dee kuiert Twents. ‘t Bleken Belgen te wean dee gin Twents spraken, vakbondsleu dee de Indonesiers wat vakbonds taal bie zolln brengen. Ok vekaansie wearkers net as wie'j. ze hadden gin plaats veur oons mer 'n chauffeur hef oons hölpen contact te leggn met nen ennigen aandern bus op dissen boot, dee goddaank noar oonzn bestemming Denpassar veurn zoll. "n betke geluk in 'n tuk köj hier wa broekn. Oonzn Ibu Annie Keuper hef noa heel wat soebatten plaatsn regelt, 'n mooin pries bedongen en profiteurs van zich of schud.
Doar zaten wie eindelijk. Alles Prima!! Wat 'n mooien tocht dissen tocht deur 't prachtige Balinese landschop. Noe he'k 'n huuske van bamboe met 'n kokospalm veur de deure. 't ennige woar aj veur oet mut kiekn is dat 'r ginne kelapper op oew kop pleart. wieders 'n betke snorkelen, onmeunig lekker eatn en mooie dinger zeen.

An de scene wisselingen dee'j hier met maakt kan z'olfs Johan Nijenhuis nich tippn.
Goodgoan en heb net zo völle wille as wiej hier met mekaar hebt .

P.S. Een Twentse taalcoach is het enige wat hier ontbreekt, misschien kun jij er een aan de veren krijgen, hartelijke groet,

Diet Gerritsen

   
 
   
   
   
Volle maan op Bali
door Annie Makkink

Even een berichtje vanuit een warnet (warung internet) in candi dasa , oost bali., de rest slaapt nog, We zitten hier in een bamboehuisje aan zee. Straks gaan we varen met een prauw en een beetje snorkelen, Lekker uitrusten na een interessante tocht vol hindernissen over java. daarover later. Er staan nauwelijks letters op dit toetsenbord en blind typen is niet mijn sterkste kant, dus dat schiet niet op.
De aanslagen in Jakarta hebben veel mensen de schrik op het lijf gejaagd, ik herinner me de soortgelijke gebeurtenissen van enkele jaren geleden nog goed. Ook die waren in Kuningan, vlak bij de NL ambassade.
Ik ben blij dat we snel weggingen uit Legian, Zuid/West Bali..s Avonds liepen we nog langs het monument in Kuta met de namen van de slachtoffers van de aanslag in de discotheek (2002) Als de mensen n de gaten hebben dat ik Indonesisch spreek. beginnen ze er meteen over. Men had een uittocht van toeristen verwacht , maar niets daarvan, het strand bij Kuta is bomvol, kennelijk maakt niemand zich ergens druk over.
Vandaag volle maan de kinderen hier gaan feestelijk gekleed naar school, ook de beide danseresjes die gisteren optraden in het restaurantje waar we aten; de kinderen van de kok.

   
 
   
   
   
Nieuws uit Salatiga
door Annie Makkink

We zijn weer terug op Java en druk aan het werk. Een masterclass ‘paduan suara’ (zang) voor Elvira, ze komt uit Poso op Midden Sulawesi en heeft een prachtige warme stem. Diet, onze eigen Elisabeth Blondkopf, complimenteert haar met haar zangtechniek: “Die is bijna perfect, maar er moet meer expressie in. Er is verschil tussen een ingetogen gebed en een uitbarsting van woede, dat moet je laten horen en zien. Het publiek moet geraakt worden.’ Diet doet het voor, Elvira zingt opnieuw, vol overgave en nu lopen de rillingen over onze rug.
Ook bij Frank (piano) wordt hard gewerkt: ‘Speel met gevoel, geef vorm aan ‘het verhaal’. Antoon laat drummers ervaren op hoeveel verschillende manieren er gedrumd kan worden en ook bij Thea is alleen noten spelen niet genoeg.

Sinds gisteren (27 juli) zitten we in Salatiga, een kleine provinciestad tussen de vulkanen op Midden Java op uitnodiging van de christelijke universiteit: Satya Wacana. .Na een relaxed verblijf op Bali moet er weer gewerkt worden: workshops, masterclasses én een afsluitend optreden.

De reis hier naartoe is supersnel verlopen: vertrek van Denpasar om12.00. Aankomst in Yogyakarta 12.10. Aanmerkelijk korter dan de heenreis, waarover Diet (Fenna) en Thea eerder al schreven. Dat was een tocht vol hindernissen: de travel (huurauto) vanuit Surabaya begaf het, dus verder per bus en ondanks de belofte ‘Alles prima’, betekende dat: veel overstappen, geen airco en stoppen bij elke waringinboom. Bij de ferry waren we total loss en namen een hotel, waarbij Diet verzuchtte: ‘ Morgen stap ik alleen nog in een bus als er OAD op staat.’

De volgende dag op het dek van de ferry Java - Bali zakken onze monden open van verbazing: beneden ons rijdt een levensechte OAD bus de veerboot op. Vastberaden stapt ‘Fenna’ er op af. Helaas de bus is vol, bovendien gaat hij de andere kant op. Maar het geluk is deze keer met ons, er komt nog een airco bus, met zowaar vijf vrije plaatsen. Aan het eind van de middag zitten we in ons hotel aan zee.
Inclusief een rondje bij de Bromo-vulkaan met zonsopgang heeft deze reis bijna 48 uur geduurd. En nu een terugreis van 10 minuten! Al moet je daar natuurlijk wel een uur tijdverschil bij optellen!

In Yogya staat Ibu Medi van de universiteit in Salatiga ons met een busje op te wachten. Het wordt een prachtige tocht langs de vulkanen Merapi en Merbabu . Ergens hoog in de bergen komen we langs een dorpsfeest (dit is een goed geplande reis!) De gamelan klinkt en er wordt gedanst door mannen met een zwart masker en een hoofdtooi als van indianen. ‘Topeng Hitam’ . We kijken onze ogen uit. Dit is wel heel anders dan de verfijnde Balinese dansen, met die keiharde muziek heeft het meer weg van een ouderwetse Twentse bruiloft. Volks, vrolijk, vitaal.

Vorige week waanden we ons ook al in Twente, onderweg van Candi Dasa op Oost Bali naar Ubud kwamen we langs een bedrijfje waar ikat wordt geweven. In een halfduistere ruimte zat een tiental meisjes en jonge vrouwen achter houten weefgetouwen, zoals je die lang, heel lang geleden in Twentse boerderijen zag. Schering en inslag, de spoelen schieten heen en weer.

Een telefoontje van Thea, of ik beneden wil komen , Frank oefent met het koor en heeft wat vertaalhulp nodig. Als ik de trap afloop hoor ik hen zingen:‘Heftantattat! Heftantattat! Heftantattaaaat!’ Vierstemmig en haarzuiver, Willem Wilmink zou er trots op zijn.

   
   
   
   
De vier B’s
door Annie Makkink

Indonesië is bij toeristen vooral bekend om zijn vier B’s: Bali, Bromo, Borubudur, Bom. Een cynisch grapje, daar zijn ze hier over het algemeen nogal snel mee. Tussen de middag komt de rector van de universiteit met ons eten, een beminnelijke man. Hij vertelt dat Salatiga ook een doelwit is van mogelijke aanslagen, dit vanwege de internationale school en de christelijke universiteit. Ook hijzelf staat (stond) op de lijst die door de politie werd onderschept..

Het zijn drukke dagen. Thea, Antoon en Diet zijn al aan het het repeteren voor het gezamenlijke optreden op vrijdagavond, dat moet een visitekaartje voor de universiteit worden. En voor ons! Tussendoor zijn er masterclasses voor veelbelovende studenten, ze hebben al wekenlang serieus geoefend om zo goed mogelijk voor de dag te komen.
Frank verzorgt workshops waaraan ook voor mensen van buitenaf kunnen deelnemen. Bij koordirectie zijn ongeveer 50 mensen aanwezig, over het algemeen dirigenten van kerkkoren. Ze zijn afkomstig uit Salatiga en wijde omgeving: Semarang, Cirebon, Cilacap , sommigen hebben uren in de bus gezeten en zijn de dag tevoren al aangekomen..
Bij compositie idem dito. De slotopdracht is: schrijf een compositie bij een pantun, een klassiek vierregelig gedicht:
   Een klein huis met een deur naar zee
   De plaats waar mensen viool spelen.
   Een tenger lichaam, alsof het uitgesneden is
   Op deze plaats werd ik helemaal gek.

Deze pantun is afkomstig uit een boekje dat ik ooit aan Jan Gerritsen, de vader van Diet, gaf. Zo valt alles weer op zijn plek.
De resultaten lopen zeer uiteen: van een eenvoudige (maar interesante) melodielijn tot een
een bizar en zeer avontuurlijk stuk voor 6 stemmen van iemand die geen enkele muzikale scholing heeft gehad.
   Rumah kecil, pintu ke laut
   Tempat orang menggesek biola
   Tubah kecil, bagai di laut
   Di situ tempat hatiku gila

‘Waar heb je dit geleerd? ‘vraagt Frank. ‘Veel lezen over muziek en veel luisteren naar muziek,’ luidt het antwoord. ‘Ik ben otodidak.’
Misschien toch maar wat minder onderwijzen en uitleggen en meer zelf laten ervaren, ontdekken?

Vrijdagavond is het zover: het grote optreden in het auditorium op de campus. Bij de ingang van het terrein hangt een enorm spaandoek en verder overal op de campus, in kerken en toko’s posters met de Nederlandse artiesten: Antoon, Thea, Diet en Frank. Jammer dat bij de naam Thea een foto van mij staat. Volgens de anderen moest ik dan ook de workshops gitaar maar geven, voor straf, ik had de gegevens verkeerd door gegeven. Toch mar niet.
’s Morgens wordt er nog stevig geoefend, een soundcheck, een gezamenlijke lunch, een paar uur rust en dan gaat het beginnen.

Optreden
De zaal zit bijna vol, zo’n 500 aanwezigen waaronder mensen uit Srmarang, Magelang, Solo, Yogyakarta en zelfs iemand uit Nederland.
Het koor van de universiteit ziet er prachtig uit in hun bont gekleurde kleding, de traditionele dracht van verschillende streken: Rantepao. Posso, Menado, Makassar, Ambon, Soemba. Kalimantan, Medan.
Voor de pauze onze groep Intervocaal met een reis om de wereld aan de hand van zang en muziek uit verschillende landen, uiteindelijk komen we aan in Twente: met ‘Ik schrief oe naam (Vossebeld/Deiman) en Sommertied (Gershwin). Hoe warm en smeuïg is die taal en hoe vertrouwd klinkt dat hier in Indonesië, mijn tweede vaderland. Dan twee liederen van Paul Seelig een NL componist in Indië, hij overleed in 1945 in een Jappenkamp.
In de pauze worden we aangesproken door Hans van Dijk, hij blijkt de schrijver te zijn van een boek over componisten in Indië, o.a. Paul Seelig en is is zeer verrast door ons optreden en de samenwerking met Indonesische musici.
Na de pauze eersst het Universiteitskoor met Indonesische liederen in een bewerking van Felix de Nobel. Diet dirigeert en er wordt fantastisch gezongen: vrolijk, hartveroverend e haarzuiver. Het wordt allemaal opgenomen en op DVD gezet, mooi studiemateriaal voor ons koor Intervocaal – Enschede.

Volgens Henk van Dijk zou dit universiteitskoor uitgenodigd moeten worden bij de herdenking van de slachtoffers in NL Indië . Het is zo authentiek. Misschien iets voor Enschede? Workshops, optredens, schoolbezoek en ‘indekos’ bij Intervocaal?
Daarna gitaarensembles, slagwerkensemble, piano de studenten laten vol enthousiasme zien en horen wat ze tijdens de afgelopen periode hebben geleerd. Vervolgens ‘Heftantattat’ (Wilmink /Deiman). ‘Wat betekent dat? vroegen de studenten tijdens de repetitie. ‘Het stond niet in het woordenboek.’ Er wordt bijna vlekkeloos in het Twents gezongen. De betekenis is geen probleem, de gesprekken op verjaars- of andere visites zijn hier niet anders dan in Twente.
Een aantal volksliederen uit Kalimantan gearrangeerd door Pak Agastya, die nemen we mee naar Enschede, dan een grappig lied over kippen zonder staart en tot slot een komische act waarbij ons de tranen over de wangen lopen. Een zeer bonte avond en een mooie afsluiting van een enerverende week. Anders dan in Surabaya, maar niet minder geslaagd.
Na afloop gaan we samen eten met alle artiesten. Steeds moeten we weer op de foto, we laten het allemaal maar over ons heen komen.
Elvira uit Posso spreekt me aan, ze wil naar Nederland om aan het conservatorium te studeren: operazangeres. Het liefst naar Enschede, ‘want daar heb ik vrienden’. Pak Agastya het hoofd van de afdeling geeft haar alle support, Elvira heeft talent, als ze afgestudeerd is kan ze lesgeven op de universiteit.
Het afscheid nemen valt niet mee, uiteindelijk moet Frank het licht uit doen. Och wat een leuke mensen, we missen ze nu al

In de bergen
Nu zitten we in de bergen een eindje buiten Salatiga. Uitzicht op de vulkanen: Merbabu, Telemoyo, Ungaran. Een zwembad met glashelder water. En heerlijk koel. We zwemmen een beetje, wandelen in de omgeving langs de koffieplantage, langs kleine veldjes met katela (zoete aardappelen) en allerlei soorten groente: wortel, bloemkool, peultjes, boontjes. En door de kampong, iedereen groet ons, iedereen wil een praatje maken.
Antoon met z’n 2 meter lange lijf krijgt alle aandacht, veel gelach en gegiechel, iedereen wil zich even met hem meten. We drinken thee bij een warung, Frank krijgt meteen een kindje op schoot: ‘zeg maar dag tegen opa’. Het gaat hem prima af, dat wordt een superopa. We kijken bij de voorbereidingen van een bruiloft en ontmoeten een paar echte Friese koeien. ‘Melkproductie 20 liter per dag,’ zegt de eigenaar vol trots, ‘Van twee koeien. Ze zeggen dat de boeren in Nederland wel 200 koeien hebben. Is dat zo? ‘Misschien wel,’ zeg ik, ‘maar niet zulke mooie als hier. ‘En dat is waar, dit zijn nog zijn echte koebeesten, met horens op hun kop.’
De volgende dag met de bus de berg op naar Kopeng en te voet naar beneden. Vanuit de verte herken ik het vakantiehuisje waar we, toen we zo’n 25 jaar geleden met ons gezin in Indonesië woonden regelmatig logeerden. Even rondkijken, even naar de buren aan de overkant. Ibu herkent me meteen: Bu Ani! Hoe gaat het? Hoe is het met Matthijs en Judith?’ We praten over onze kinderen en kleinkinderen, het is alsof we elkaar pas nog gezien hebben. Ik word er wat weemoedig van en denk aan het lied van Fernando Sor dat Diet zong.
‘Wrede herinnering, je doet me denken aan een tijd waarin ik gelukkig was. Ik zou nog steeds gelukkig zijn als ik het geluk van toen kon vergeten.’
Het laatste stuk naar beneden rijden we mee in de laadbak van een pick up, tot groot vermaak van de voorbijgangers. En van onszelf.
Morgen naar Yogyakarta en weer aan het werk.

   
Foto's van de masterclasses in Salatiga
 
   
   
   
Budi, ga door met voetballen!
door Annie Makkink

De laatste week van ons verblijf, we zijn op weg naar Yogyakarta, het centrum van de Javaanse cultuur. Als we de stad binnen rijden zie ik over de volle breedte van de rijbaan een spandoek met de tekst: ‘Budi teruslah bermain bola’. Budi, ga door met voetballen? Is het reclame? Waarvoor? Waar zou dit over gaan? Pak Muji, onze chauffeur, weet het me haarfijn uit te leggen.

In de aanloop naar de wedstrijd van Manchester United tegen de topspelers van Indonesië was er een campagne op TV met een scene waarbij de Manchester Unitedspelers taalles kregen van een knappe Indonesische lerares met de zin: "Budi main bola" . Budi speelt voetbal. Budi is een jongensnaam en betekent: verstand, inzicht.

Vanwege de bomaanslag in Jakarta (17 juli) werd de geplande wedstrijd afgezegd, het was te riskant om met een groep bekende buitenlanders naar Jakarta te reizen. Een enorme teleurstelling voor de voetballiefhebbers hier. De tekst: ‘Budi teruslah bermain bola’ is hun dan ook uit het hart gegrepen: een duidelijke boodschap en mooi verpakt. Pak Muji lacht breeduit: Net als vrijwel alle Indonesiërs is hij geschokt door de recente zinloze wreedheid van een paar ontspoorde landgenoten.

Als ik de uitleg van Pak Muji aan mijn reisgenoten doorgeef , beginnen Antoon’s ogen meteen te glinsteren. ‘Een geweldige tekst voor een rap,’ zegt hij. ‘En dan wat percussie erbij. Ik ben benieuwd of dat gaat lukken.’

Naar de universiteit, het gesprek verloopt totaal anders dan in Salatiga. Daar was alles tot in de puntjes geregeld, hier is nauwelijks iets voorbereid. Deelnemers zijn er genoeg maar het programma moet nog helemaal opgestart worden. Voor Pak Pudji, een goedlachse drummer en zanger is dat geen enkel probleem. Gelukkig is er geen openbare voorstelling gepland, het afsluitende optreden is alleen toegankelijk voor mensen van de universiteit.
´s Avonds eten we bij Hani’s, een klein restaurant buiten de stad, aan de voet van de Merapi. De eigenaar is een Belg: er staat wijn op de kaart. Ha, dat hebben we lang niet gehad! Helaas, in verband met de naderende Ramadan wordt er geen sterke drank geschonken. Men is bang voor ‘sweeping’, een actie van fanatieke moslims waarbij de boel kort en klein wordt geslagen als er alcohol op tafel staat.

Eén glaasje wijn? Dat blijkt te kunnen. En een biertje? Geen probleem, daar zit maar 5% alcohol in. Het wordt een vrolijke avond.

   
 
   
   
   
We love you full
door Annie Makkink

Vrijdag 7 aug. Voor vertrek naar de universiteit kijk ik naar de beelden van de jacht op Noordin, de man achter de aanslag in hotel Mariott, op 500 m van de Nederlands Ambassade in Jakarta. Hij houdt zich verborgen in een huisje in Temanggun, zo’n anderhalf uur van Yogyakarta. Het komt allemaal wel heel dichtbij.
Onderweg krijg ik een sms-je van Bu Kun: ‘Heb je naar TV gekeken? Het huis van Noordin staat op het land van mijn vader. Je kunt de sawah zien.’ Ik vraag: ‘Zijn je ouders veilig?’ Gelukkig wel, hun huis staat 6 km verderop. Even later weer een berichtje: ‘Ze zeggen dat Noordin dood is, maar waarschijnlijk is het iemand anders.’
Er wordt hier erg veel gesmst. Toen we in Yogya aankwamen was iedereen al volledig op de hoogte van het verloop van de workshops in Surabaya en Salatiga. Het is de moderne tam tam, iedereen doet er aan mee, ook mijn duim begint al aardig krom te staan.

Nu eerst naar een ‘warung pigura’ , een lijstenwinkel. De deelnemende universiteiten krijgen als herinnering een ‘druksel’ van Jan Gerritsen met een copie van Heftantattat of een houtsnede en die moeten ingelijst worden. Aan de wand levensgrote portretten en veel ingelijst borduurwerk: ‘kristik’ Vol trots wijst de eigenaar naar een ingelijste kalenderplaat: ‘Pan Gogh’.
Bij het kruispunt staan een paar jongens met een gitaar: ‘pengamen’, mensen die zingen op straat, in bussen en treinen en daar geld voor vragen. Sommigen spelen lang niet onverdienstelijk. De beroemdste straatzanger is deze week overleden: Mbah Surip (Opa Surip) , een idool voor de jonge generatie en vooral bekend door zijn lijfspreuk: ‘I love you full’ , een letterlijke vertaling van ‘cinta penuh’(totale liefde).

De workshops worden goed bezocht: zang, piano, gitaar en percussie, elke groep telt 10 tot 15 deelnemers en meestal is één van de eigen docenten ook aanwezig.
Het hoofd van de afdeling houdt zich wat op de achtergrond, bij de voorbesprekingen in april heb ik haar niet ontmoet. Ze ziet er vermoeid uit. Opeens herinner ik me hoe bij het tweede gesprek in april iedereen in het zwart was gekleed, de partner van een collega was verleden. Zou dat haar man zijn?
Later spreek ik haar aan en vraag haar hoe het gaat. Ze verontschuldigt zich: ‘Minta maaf (mijn excuus) dat het allemaal niet zo goed geregeld is.’ ‘Jangan repot-repot (maak je geen zorgen), ‘zeg ik.
Ibu Heni vertelt over haar overleden man, laat foto’s zien op haar mobieltje. Ze is pas 41jaar, vier zonen de oudste 19 , de jongste 6. Het kon mijn dochter zijn. Bij de workshop ‘compositie’ is ze ook aanwezig en doet helemaal mee. Na afloop zegt ze: ‘Jullie stralen zoveel plezier uit, voor het eerst kan ik mijn verdriet even loslaten. Terima kasih. (dank je wel).

Tijdens de presentatie speelt Frank haar compositie: een verstilde, melancholische melodie. Ze is zichtbaar ontroerd, maar weet haar tranen in bedwang te houden. Ik niet.
Er zijn meer verrassingen. Pak Dahlan heeft een stuk geschreven voor wel heel bijzondere instrumenten, nl: oude kranten en plastic zakjes. Hij dirigeert vol overgave. Het koor onderleiding van Diet zingt Indonesische volksliederen uit ons eigen Intervocaal repertoire, compleet met danspasjes. Een combinatie van de traditionele gamelan en moderne percussie onder leiding van Pak Pudji.
Antoon brengt met zijn percussiegroep een rap over “Budi teruslah bermain bola” Budi ga door met voetballen. Helaas , de tekst is in het Javaans, ik kan er geen woord van verstaan. En tot slot: Het schaap heeft slaap (Willem Wilmink) een wel heel toegankelijke tekst die zich uitstekend in het Indonesisch laat vertalen.
De cadeaus worden overhandigd: pak Pudji krijgt een boerenzakdoek met klomp omgeknoopt (Klompenmakerij Koop, de Lutte) , Diet overhandigt Bu Heni een kunstwerk van haar vader en dat onder het motto van mijn moeder: ‘Lebih baik bernyanyi bersama daripada berkelahi bersama.’ Je kunt beter samen zingen dan samen vechten.
‘We love you full!’loeit de zaal.

Na afloop gaan we samen eten in een restaurant halverwege Klaten, met een bootje varen we over. Lesehan, we zitten op de grond. Het is reuze gezellig. We stoten de glazen tegen elkaar, kijken elkaar diep in de ogen en proosten op z’n Twents: ‘Ankiek’n’.

   
   
   
   
Verre Noabers
door Annie Makkink

De laatste dagen zitten we in Prawirotaman, een toeristenwijk in het zuiden van Yogyakarta en krijgen een echt vakantiegevoel. We gaan naar een voorstelling van de Ramayana bij de Hindoe tempels van Prambanan. Het complex is zwaar beschadigd tijdens de aardbeving van 2006. Enkele tempels zijn al gerestaureerd en weer toegankelijk voor publiek. Op en om het complex overal vervallen bouwwerken en eindeloze stapels stenen, er kan nog jaren gebouwd worden.
Een paar jongelui spreken ons aan, ze willen Nederlandse leren. Dat is niet zo moeilijk: de eerste tien woorden leer je in een minuut: pinter, knalpot, handuk, spanduk, kalem, necis, nasi goreng, saté ayam, sambal ulek. Je schrijft het wat anders ( u=oe, i=ie, c = tj, j=dj), maar de uitspraak en de betekenis is hetzelfde. Verbaasd kijken ze ons aan. Nasi goreng in Nederland? Jazeker, maar niet zo lekker als hier!
Mijn reisgenoten spreken ook al een aardig woordje Indonesisch. ‘Selamat sorry!’ roept Thea vrolijk als we door de kampong lopen en Antoon begroet ’s morgens de chauffeur met ‘Selamat tidur’ (slaap lekker) en ook dat is bijna goed. ‘Prima kassie!’zegt Frank en dat begrijpt iedereen, het klinkt als ‘Terima kasih’(dank je wel). Maar Diet spant toch wel de kroon, in de bus voert ze een geanimeerd gesprek met een vrouw die naar de pasar gaat: over blumkol, boncis, bortel en brokoli.

Inmiddels is echtgenoot Jan, die op Sumatra een klus had, ook in Yogyakarta aangekomen, midden in de nacht, bij volle maan ga ik met Pak Muji naar het station om hem af te halen. Net een film.
De volgende dag gaan we naar STM (Middelbare technische school) in Klaten om te kijken bij het project van Verre Noabers. In mijn tas zit een loodzwaar aandenken van de universiteit in Surabaya, prachtig ingepakt in een met zijde beklede kist. Wat doe je er mee? In de hotelkamer achter laten? Volgens Antoon worden ze daar door het personeel verzameld en naar de betreffende instantie terug gestuurd. Recycling. Toch maar niet. Misschien kan ik er iemand blij mee maken?

Met Pak Wiji, leraar bouwkunde aan de STM en coördinator van het project, gaan we op stap. Eigenlijk was het de bedoeling om de noodwoningen te bekijken, die met steun van mijn reisgenoten en vele Tubantialezers werden gebouwd, maar dat is lastig, ze staan nogal ver uit elkaar, bovendien zijn de meesten inmiddels omgebouwd tot een definitieve woning. (Zie ook: www.verrenoabers.nl)
We gaan naar Denkeng, een kampong die werd opgebouwd met financiële steun van Domijn, een woningbouwvereniging in Enschede. Pak Padiyo, het hoofd van de kampung staat ons al op te wachten. Zijn vrouw is omgekomen bij de aardbeving, onlangs is de laatste selamatan gehouden, 1000 dagen na haar overlijden. Een religieuze maaltijd, waarbij alle kinderen en kleinkinderen aanwezig waren.
Iemand klimt in een kokospalm, om kelapa muda te plukken. Open hakken. Rietje erin. Heerlijk! Verser kan het niet.

Op het speelplaatsje spelen kinderen, vooral het klimhuis is populair. Het werd gebouwd aan de hand van foto’s van het klimhuis van onze buren op de Spielehorst, alleen 1 ½ keer zo groot. ‘Domain’ staat er op het bord ‘main’ betekent spelen, dus dat komt mooi uit.

Een aantal kinderen dromt om me heen, dit is het moment. Wie kan alleen een liedje zingen? Na enige aarzeling stapt een jongetje naar voren, zachtjes begint hij te zingen: Desaku yang ku cinta. (Mijn dorp waar ik van hou en dat ik nooit zal vergeten)
De prijs wordt overhandigd, voorzichtig wordt het kistje open gemaakt, met jaloerse blikken kijken de anderen toe. Dolgelukkig rent de jongen met zijn nieuw verworven schat naar huis.
Ik stel me voor hoe over een jaar of 40 aan de pas benoemde minister van onderwijs wordt gevraagd: ‘Hoe bent u op deze post terecht gekomen?’ en dat hij dan zijn trofee laat zien en begint te vertellen: ‘Ik was een jaar of zes en woonde in Denkeng, het was vlak na de aardbeving. Toen kreeg ik dit van een Ibu Belanda en vanaf die tijd wilde ik maar één ding: studeren aan de universiteit van Surabaya.’

Voor ons vertrek komt Pak Yoyok uit Surabaya nog even langs, hij volgt een cursus in Yogyakarta en spijbelt een paar uurtjes om ons te kunnen ontmoeten. Er zijn plannen voor een vervolg, met workshops voor de docenten van de muziekfaculteiten op Midden en Oost Java: Yogyakarta, Surabaya, Semarang, Malang en Salatiga. Het curriculum voor schoolmuziek moet meer inhoud krijgen: nieuw repertoire, zelf instrumenten maken, eigentijdse muziek, combineren van traditionele muziek en pop. En vooral een andere manier van lesgeven.
‘Bu Ani, daar hebben we jullie voor nodig. Jullie doen het zo anders dan wij: ongedwongen, een open contact met studenten, stimuleren van eigen inbreng.
Als ik de boodschap overbreng kijken Frank, Diet, Antoon en Thea verrast op. Een vernieuwing op gang brengen in het Indonesische muziekonderwijs? Dat klinkt interessant! Een mooiere taak kun je toch niet wensen?
‘En,’zegt Frank, ‘als dat allemaal is gelukt vragen we of onze Indonesische vrienden naar Nederland komen om bij ons het muziekonderwijs weer op poten te zetten. Dat is hard nodig.’

Tijdens de terugreis blader ik wat in de Holland Herald: ‘ Tips voor een geslaagde vakantie:
Leer tenminste tien woorden van de lokale taal. Praat met de mensen. Toon belangstelling voor hun werk, hun kinderen. Ga naar de lokale markt, naar kleine winkeltjes en eethuisjes. Maak deel uit van hun leven.’
Tevreden val ik in slaap.

   
   
 
naar boven